WONEN
Jongeren die hun ouders verliezen, staan direct na het wees worden, en dus ontworteling, voor een grote uitdaging: waar gaan zijn wonen? Is er een mogelijkheid om te blijven wonen in de huidige woning, of moet er een andere woning gezocht worden? Niet alleen de woning is belangrijk voor veiligheid, maar ook waar het huis voor staat. Het proces waarin deze fase van wees worden en een thuis veilig stellen is van cruciaal belang voor de mentale ontwikkeling van de jongere.
ONTWORTELING
Wees worden is ontworteld raken. Tijdens iedere crisis in het leven van een mens, en dus ook van een weeskind, schiet het overlevingsmechanisme aan; het voortbestaan wordt immers in enige mate in gevaar gebracht. Dit betekent dat direct het model van de piramide van Maslow een rol speelt: de eerste levensbehoeften van een mens. Want je kunt je niet doorontwikkelen in het leven als niet is voldaan aan de basisbehoeften die je hebt als mens. En al helemaal niet als deze je worden afgenomen. Het wordt nóg complexer als je niet alleen je ouders verliest, maar ook je huis en veiligheid. Dit betekent gestapeld trauma. Trauma met grote gevolgen voor lange tijd - trauma dat voorkomen had kunnen worden.
Het proces van de veiligstelling van woonruimte VoOR WEZEN
Veel woningcorporaties hanteren een ‘coulanceperiode’ van zes maanden. Dit betekent dat nabestaanden maximaal zes maanden in hun eigen huis mogen blijven wonen nadat hun ouders zijn overleden. Daarna moeten ze eruit. WeesWijzer vindt dit beleid onacceptabel. Want de periode van zes maanden is te kort voor én het regelen van praktische zaken én het rouwen om het verlies én het dealen met de ontworteling - laat staan voor het opbouwen van een waardig leven. De gevolgen van genoemd gestapeld onthechtingstrauma zijn complex, en saboteren vaak de acties die de nabestaande onderneemt om veerkrachtig in het leven te kunnen staan, ook op langere termijn. Vaak met náme op de langere termijn, wat niet zelden grotere problemen tot gevolg heeft. Dit kan gemakkelijk voorkomen worden.
CONCRETE KANSEN VOOR BETER WOONBELEID VOOR JONGE NABESTAANDEN
1.) Standaard invoering van de mogelijkheid iemand op het huurcontract bij te schrijven als medehuurder, op basis van criteria als 'gezamenlijke huishouding (pleeg-)ouder en kind', etc., en hen standaard te informeren over hun recht;
2.) Specifieker maken en/of aanpassen van kwetsbare klantgroepen van woningcorporaties. Corporaties werken sinds pakweg 15 jaar met klantgroepen en customer journey's. Deze zijn vaak ingericht op leefstijl en levensfase. Minder zijn deze ingericht op woonwaarden. Dit betekent dat de meestal aanwezige klantgroep van kwetsbare mensen een extra notitie kunnen krijgen; jonge (nabestaande) mantelzorgers;
3.) Maatwerk in de coulanceregeling. Er zijn verschillende 'smaken' nabestaanden.
Zo zijn er o.a.:
- jonge nabestaanden; minderjarigen die een voogd nodig hebben om verder door te kunnen pakken;
- volwassen nabestaanden; jonge volwassenen die zelf mogen handelen maar nog wel support nodig hebben;
- volwassenen die al wat ouder zijn, en hun leven lang bij ouders hebben gewoond.
Voor deze (en meer) groepen kan maatwerk verricht worden.
Soms een weinig invasieve ingreep (bijschrijven op huurcontract en sociale hulp bij het opzetten van een volwaardig volwassen leven als jonge nabestaande / maatschappelijke ondersteuning), of gematigd invasief (wel verhuizen, maar na 2 of 3 jaar, maatwerk), of een nog wat ingrijpender scenario (wel verhuizen, maar dan binnen een jaar). Bijvoorbeeld: waar er maatwerk is voor senioren (van actieve senioren tot hulpbehoevend) kan dit ook voor deze andere kwetsbare bewonersgroep opgezet worden, zoals bij de klantgroepen werd toegelicht.
Soms beroepen woningcorporaties zich op de huidige krapte op de woningmarkt. De krapte is een feit, maar het structurele probleem van het uitzetten van jonge nabestaanden bestaat al decennialang, ongeacht de situatie in de woningmarkt. Daarbij hebben woningcorporaties altijd een percentage van hun bezit gereserveerd voor noodgevallen.
Het eerste dat nodig is voor het vinden van structureel beter beleid, is de bereidheid ertoe. En beleid met een hart.
MEDIA EN POLITIEK
Op 17 november 2020 werd in de Tweede Kamer een motie over beter woonbeleid bij woningcorporaties voor nabestaanden met algemene stemmen aangenomen. De motie was ingediend door Kamerlid Daniel Koerhuis. WeesWijzer was bij de stemming aanwezig. De instemming van de motie houdt in dat de minister een commissie moet gaan samenstellen waarin wordt gekeken naar bij welke woningcorporaties het uitzettingsbeleid wordt gehanteerd, en in welke mate, en hoe dit beleid veranderd kan worden. Alles met het doel deze kwetsbare jongeren duurzaam in hun kracht te zetten.
ACTIE
Dit hartverscheurende patroon moet zo snel mogelijk doorbroken worden. Want bij ieder overlijden is er al een leven verloren gegaan; het is onacceptabel als hierbij het leven van hun kinderen nog zwaarder wordt dan het al onomkeerbaar is geworden. Het eerste dat nodig is voor het vinden van structureel beter beleid, is de bereidheid ertoe. En beleid met een hart.
WeesWijzer draagt hieraan bij op o.a. op de volgende manieren:
Belangenbehartiging voor de groep weeskinderen in Nederland bij organisaties, rijksoverheid en gemeenten, politici, scholen, zorginstellingen, media en andere stakeholders;
Bewustwording vergroten in de maatschappij, bij de overheid, organisaties en in de media door publicatie van media en ontwikkelinstrumenten;
Faciliteren van maatwerk innovatie voor het ontwerpen van beter woonbeleid voor deze kwetsbare groep jongeren;
Empowerment en inzicht bieden aan omstanders en de bij weeskinderen betrokken organisaties in de vorm van workshops, advisering, en andere awareness-media.