Ondanks gedragscode jonge nabestaande bedreigd met uitzetting door corporatie

Op 20 december 2021 stond nog met grote letters in vrijwel alle kranten een interview met vm. minister Ollongren met daarin het goede nieuws: ‘Thuiswonende volwassen kinderen niet direct meer op straat gezet als ouders overlijden’. En nu, een jaar later, blijkt dat dus toch niet helemaal waar te zijn. Gisteren, 29 december 2022, las ik het bericht van Paul Knörr waarin hij aangeeft dat een jongvolwassen nabestaande tóch koud te horen kreeg, 14 dagen nadat ze wees werd, dat ze haar huis moet gaan verlaten. Er stond in de brief niets vermeld over het haar aanbieden van vervangende woonruimte. Dit gaat recht tegen de gedragscode van vm. minister Ollongren in, en betekent dus dat in ieder geval één woningcorporatie deze gedragscode aan zijn laars lapt en TOCH een weeskind op straat zet.

Het meisje op de foto is niet de jonge nabestaande die nu in direct gevaar is gekomen. Om privacyredenen kozen we voor een stockfoto; weeskinderen hebben zich al veel te vaak open en bloot in media moeten melden om gejhoord, gezien en erkend te worden.

Wat stond er ook alweer in die gedragscode van vm. minister Ollongren?

  • Jonge nabestaanden krijgen langer de tijd om het overlijden te verwerken. Ze mogen dan langer in de ouderlijke woning blijven, ook als de verhuurder daar niet mee akkoord is.

  • Garantie dat de nabestaanden na de rouwverwerking niet op straat belanden.

  • Maatwerk door woningcorporaties: o.a. woningcorporaties, Aedes (vereniging van woningcorporaties) en organisaties van particuliere verhuurders beloven ‘maatwerk’ te bieden, waardoor jonge nabestaanden zich geen zorgen hoeven te maken over hun woonsituatie. Dit werd bevestigd door vm. minister Ollongren.

  • Jonge nabestaanden krijgen een tijdelijke huurovereenkomst van maximaal twee jaar, waarbij wordt bezien of de woning passend is, en indien nodig wordt de huur verlaagd. Als het huis niet geschikt is voor één persoon, dan moet de corporatie voor vervangende woonruimte zorgen. Dat staat zwart op wit.

En dat gebeurt nu dus niet. De knel zit ‘m erin dat de woningcorporatie in kwestie zich realiseert dat een gedragscode geen wet is, en dat ze dus wel aangesproken kunnen worden op het niet naleven van deze ethische code, maar niet gedwongen kunnen worden tot het naleven ervan. Wat nu dus betekent dat de jonge nabestaande GEEN vervangende woonruimte kreeg aangeboden in de brief waarin haar te kennen werd gegeven dat zij haar woning moet verlaten, waar zij haar hele leven heeft gewoond.

Het extra akelige is dat deze situatie prima voorkomen had kunnen worden. Want er lag namelijk al een prachtig wetsvoorstel, ondertekend door de VVD, BBB en de Christen Unie, waarin onder meer voorgesteld staat dat wezen tot en met hun 27e mogen blijven wonen in hun ouderlijk huis. Ook staat in dat wetsvoorstel dat woningcorporaties weeskinderen verplicht informeren over hun rechten, en dat de huur voor de weeskinderen verplicht omlaag gaat tot maximaal 442 euro, zodat zij ook huurtoeslag kunnen krijgen.

Dat zou deze wantoestanden hebben voorkomen. Maar de minister vertrouwde erop dat woningcorporaties hun morele en maatschappelijke taak graag wilden dragen, en dat er dus geen wezen op straat zouden komen te staan. Noem het naïef of onopportuun, of iets anders. Feit is dat nu blijkt dat het niet binden zijn van een gedragscode betekent dat er jongeren in direct gevaar komen (en nu zijn).

De woningcorporatie in kwestie zegt in direct overleg te willen met de wees, en niet met haar belangenbehartiger. Hier heeft WeesWijzer geen waardering voor: weeskinderen hebben 14 dagen na het overlijden van hun ouder(s) wel andere dingen om over na te denken. Bovendien is het onrealistisch te verwachten dat een wees geen hulp zou mogen ontvangen bij het bemiddelen en helpen bij representatie bij cruciale zaken als de woonsituatie.

WeesWijzer roept de woningcorporatie op om zo snel mogelijk met een sociaal voorstel te komen, conform de gedragscode. Wat we met klem aanraden:

  1. Neem contact op met de wees en accepteer zonder meer de aanwezigheid van haar belangenbehartiger, dhr. Knörr.

  2. Ga in gesprek over de termijn die conform de gedragscode is: geef haar een tijdelijk contract voor maximaal (wij raden aan: in ieder geval) 2 jaar.

  3. Geef vervolgens aan, volgens gedragscode, dat na die periode van 2 jaar actief wordt bemiddeld voor en garantie wordt gegeven op vervangende woonruimte, zodat de nabestaande in kwestie NIET op straat komt te staan.

Dit is prima en snel op te lossen. Ons advies: doe dat vooral. Want dit hoort geen kerstverhaal te worden van het genre ‘meisje met de zwavelstokjes’. WEZEN ZET JE NIET OP STRAAT.